Cito-resultaten iets hoger
Ook dit jaar scoorden de jongens beter dan de meisjes, al slonk het verschil wel van 0,7 punt naar 0,4 punt. Negen kinderen slaagden erin de test foutloos te maken. Nog eens bijna vijftig kinderen maakten maar één foutje.
De moeilijkste opgave van de Cito-toets was opgave 26 uit het katern Taal. Slechts 40% van de scholieren wist deze vraag goed te beantwoorden:
Opgave 26 bestaat uit vier zinnen.
In welke zin is het schuin- en dikgedrukte woord fout gespeld?
A De jongens vertelden niet de waarheid.
B De muilkorf verhindert dat de hond bijt.
C Het vet stolt als het afkoelt.
D Waarom heb je je ermee bemoeit?