Lastige Antilliaanse jongeren in databank

Icoon BinnenlandsNederland legt de komende jaren persoonsgegevens van overlastgevende en criminele Antilliaanse jongeren vast in een aparte databank. De 21 gemeenten waar veel Antillianen wonen, hadden om zo'n index gevraagd om onderling beter informatie over de jongeren te kunnen uitwisselen.

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft voor de zogeheten verwijsindex voor Antilliaanse risicojongeren een ontheffing verleend voor twee jaar. Daarna volgt een evaluatie van het middel, dat minister Rita Verdonk (Integratie) heeft laten ontwikkelen.

Het ministerie van Justitie liet dinsdag weten dat de index specifiek voor Antilliaanse risicojongeren is gemaakt, omdat die 'tamelijk mobiel' zijn en zich niet altijd laten inschrijven in het bevolkingsregister. Uit de index moet bijvoorbeeld blijken of een jongere ook in een andere gemeente bekend is.

'Rassendatabank'
Het Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) heeft bij het CBP bezwaar gemaakt tegen de verwijsindex. Volgens de organisatie is het voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog dat in Nederland een ''speciale rassendatabank'' wordt gemaakt voor een specifieke groep Nederlanders.

''Net als destijds bij de Joden is ook hier opsporing, vervolging en deportatie van een bepaalde groep landgenoten het doel'', aldus het OCaN in een verklaring.

Gemeenten proberen overlastgevende Antilliaanse jongeren persoonlijk aan te pakken en te volgen. Ze werken daarbij samen met de politie en het Openbaar Ministerie. De politiekorpsen delen al sinds februari vorig jaar informatie met elkaar over Antillianen die overlast veroorzaken of crimineel zijn.

De politie Rotterdam-Rijnmond nam destijds het initiatief tot een landelijke verwijsindex, zodat alle korpsen samenwerken aan een dossier over een overlastgever.