14 jaar eis voor doodmartelen gebedsgenezer

Icoon JustitieTegen de 36-jarige Urmila uit Suriname is deze week voor de Haagse rechtbank 14 jaar cel geëist wegens de gruwelijke moord op de 36-jarige Surinaams-hindoestaanse gebedsgenezer Anand Parsoe. Deze vader van drie kinderen werd op 27 oktober 2005 dood aangestroffen in een woning te Den Haag.

Agenten troffen het lichaam van Parsoe als volgt aan: De gebedsgenezer was vastgebonden met handboeien, zijn hoofd bleek ingeslagen met een gordijnroede en zijn keel gesnoerd met een draad, hij was naakt, anaal verkracht met een stok, had een onderbroek in zijn mond en zijn lid was afgesneden.

Volgens verdachte Urmila had ze voornamelijk alleen gehandeld. Iets wat de officier van justitie betwijfelde. Ze gaf wel toe dat het honderd kilo zware slachtoffer haar had belaagd, waarna een medeverdachte, de 41-jarige Prem, haar hielp de man vast te binden. Daarna zou hij weer uit de woning aan de Escamplaan zijn vertrokken. Urmila zou het slachtoffer in haar eentje hebben omgebracht. De officier eiste echter ook tegen Prem 14 jaar. Een andere verdachte, de 24-jarige Mala, hoorde 3 jaar eisen. Zij zat buiten te wachten in een auto, maar zegt niet te hebben geweten waarom.

Het blijft volgens de officier van justitie onduidelijk waarom de gebedsgenezer vermoord moest worden. Het zou kunnen gaan om een chantage rond seksfoto's en mishandeling en verkrachting, iets wat althans verdachte Urmila beweert. De vrouw zei van Suriname naar Den Haag te zijn gereisd om seksfoto's op te halen waarmee Parsoe haar chanteerde. Ook zou de man haar en haar 16-jarige dochter hebben misbruikt en mishandeld. Volgens de officier van justitie is dat echter niet bewezen.