Met de auto naar de camping minder populair

Icoon Binnenlands De manier waarop Nederlanders op vakantie gaan is snel aan het veranderen. Steeds meer mensen verkiezen het vliegtuig boven de auto. Bovendien wint een hotelvakantie aan populariteit ten opzichte van een kampeervakantie, en gaan Nederlanders minder vaak op vakantie in eigen land. Dat zijn enkele conclusies uit een vandaag gepubliceerd rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In totaal ging 81 procent van de Nederlanders op vakantie in 2005, wat neerkomt op 12,4 miljoen mensen. Zij waren samen verantwoordelijk voor maar liefst 34,4 miljoen vakanties. Tijdens deze vakanties werd 12,7 miljard euro uitgegeven, waarvan het merendeel (10,3 miljard) in het buitenland.

Ongeveer de helft van alle vakanties (17,3 miljoen) had Nederland als bestemming. Dat zijn ongeveer 1,4 miljoen binnenlandse vakanties minder dan in 2002. Met name de Hollands-Utrechtse meren, het Deltagebied en de Noordzeebadplaatsen verloren aan populariteit. De Groningse, Drentse en Friese zandgronden en de Achterhoek werden juist populairder.

De auto en de tent
Steeds minder mensen kiezen voor een kampeervakantie. Het aantal buitenlandse hotelvakanties steeg dan ook met maar liefst 22,4 procent, terwijl het aantal tentvakanties fors daalde.

De auto als vervoermiddel verliest ook aan populariteit. Binnen Nederland pakt nog wel 90 procent van de vakantiegangers de auto, maar voor vakanties naar het buitenland is dit percentage ten opzichte van 2002 afgenomen met 5 procentpunten. Het precentage vliegvakanties nam juist toe, van 25 procent naar ongeveer 33 procent.

Frankrijk
Frankrijk is traditioneel het populairste vakantieland, maar de laatste paar jaar neemt de populariteit snel af. Het land van wijn, stokbrood en kaas wordt nu op de voet gevolgd door Duitsland.

Andere landen die steeds populairder worden zijn Turkije, Tsjechië en Egypte. Naar landen als België en Groot-Brittannië gaan juist steeds minder mensen op vakantie.