Servië geeft Kosovo niet op
De Servische president Vojislav Kostunica heeft een bezoek gebracht aan Kosovo en daar gezegd dat de Serviërs het gebied nooit zullen opgeven. "Er is geen betere plaats om te herhalen wat iedere Serviër moet weten: Kosovo is altijd deel geweest van Servië en zal het altijd blijven". Ondanks dat er minder Serviërs wonen dan etnisch-Albanezen, heeft het gebied voor Serviërs een belangrijke symbolische functie. In 1389 vochten de Serviërs in Kosovo tegen het Ottomaanse Rijk. De 'Slag op het Merelveld' is sindsdien een belangrijk onderdeel van de Servische identiteit.Het lijkt een lastige taak te worden voor de Verenigde Naties om van Kosovo een onafhankelijk land te maken. Momenteel staat het gebied onder VN-bestuur, maar hoort het formeel gezien nog bij Servië. De meeste inwoners van het gebied zijn etnisch-Albanezen, en zij praten onder leiding van de VN over de toekomst van Kosovo. De meesten van hen streven een onafhankelijk Kosovo na, maar de meeste Serviërs lijken niet verder te willen gaan dan het geven van een vergaande vorm van autonomie.
De etnisch-Albanezen zien het bezoek van Kostunica aan het gebied als een provocatie. In 1989 deed Slobodan Milosevic eenzelfde soort bezoek aan Kosovo. Hij kwam daar net als Kostunica ook St. Vitusdag vieren, de dag waar de slag tegen het Ottomaanse Rijk herdacht wordt. Ook Milosevic hield toen een rede waarin hij de nationalistische gevoelens van de Serviërs opzweepte.Amfilohije, aartsbisschop van de Servisch-orthodoxe kerk, heeft gezegd dat onafhankelijkheid voor Kosovo de Balkan tot een kruitvat zou maken. "De best denkbare oplossing voor Kosovo zou zijn om bij Servië te blijven, met de grootst mogelijke autonomie en garanties voor de mensenrechten van al zijn burgers". De internationale denktank ICG is bang dat Serviërs in het gebied na onafhankelijkheid van Kosovo "onvoorspelbaar" en mogelijk "irrationeel en gewelddadig" zullen reageren. Ook is het onzeker hoe de Servische overheid erop zal reageren.
