Hoofdredacteuren willen gesprek met AIVD
Maandenlang bleken de telefoonlijnen van de twee journalisten, Joost de Haas en Bart Mos, te zijn afgetapt door de AIVD, nadat zij in januari een artikel hadden gewijd aan een vermeend lek bij de inlichtingendienst. De Haas en Mos beweerden dat de drugsmaffia daardoor de beschikking over geheime stukken had gekregen.
Er werd een onderzoek ingesteld, waarbij DNA-materiaal en vingerafdrukken werden afgenomen. Daarnaast werden de journalisten afgeluisterd en geobserveerd door de AIVD. Voorzitter van het Genootschap en tevens hoofdredacteur van de Elsevier Arendo Joustra, geeft zijn kijk op de zaak.
"Het wordt heel lastig werken", zegt Joustra over het onderzoek, "journalisten staan niet boven de wet en de AIVD heeft een taak in Nederland, maar het wordt moeilijk voor journalisten om contacten te hebben met bronnen en met klokkenluiders als ze worden afgeluisterd. Bovendien hebben zij de publieke taak te berichten over dergelijke kwesties, waarbij het gaat om corruptie in de top van politie en justitie in Amsterdam."
Het is niet onrealistisch dat er bij een dergelijk onderzoek allerlei informatie wordt aangetroffen waarbij men in eerste instantie niet naar op zoek was. Wijzend op de niet geringe rol van de Tweede Kamer in kwesties als deze benadrukt Joustra dat de bijvangst nogal groot is.
"De Kamer wacht af. Het gaat om een vrije pers, de Kamerleden moeten erover nadenken en de politiek verantwoordelijken vragen stellen. Het gaat nu om De Telegraaf en dit onderzoek is bekend geworden, maar we weten niet of het vaker gebeurt."