Primitieve slang evolueerde waarschijnlijk ter land

Icoon WetenschapDe vondst van een fossiel van de meest primitieve slang voedt het vermoeden dat slangen zich op het land hebben geëvolueerd. Met deze ontdekking neigt de discussie over de evolutie van slangen naar de theorie dat slangen zich op het land en niet in het water hebben ontwikkeld.

Over het algemeen wordt er van uitgegaan dat slangen zijn ontstaan uit hagedissen die hun poten kwijtraakten. Of dit in zee of ter land plaatsvond, is al langere tijd een discussiepunt geweest voor onderzoekers. Met de ontdekking van het miljoenen jaren oude fossiel van de zeer primitieve slang lijkt het er echter op dat aanhangers van de land-theorie de discussie gaan winnen. Het hooguit negentig centimeter lange dier is de eerst bekende slang met een zogenaamd heiligbeen, het driehoekig deel van de wervelkolom die het bekken ondersteunt. Dit been is in de evolutie van hagedis naar slang verloren gegaan en daarom nemen onderzoekers aan dat het fossiel van de meest primitieve slang afkomstig is.

De veronderstelling dat het dier op het land vertoefde, wordt ondersteund door de anatomische bouw, gemaakt voor het leven in kuilen. Ook het gesteente waarin het fossiel lag opgeslagen was afkomstig van een landmilieu. De slang met twee pootjes zou zo'n negentig miljoen jaar geleden in het Argentijnse Patagonië hebben geleefd. Volgens Husam Zaher van de universiteit in Sao Paulo in Brazilië, bewoog het dier zich al als een slang en werden de twee achterpoten nauwelijks gebruikt. De slang is Najash Rionegrina genoemd, een naam samengesteld uit het Hebreeuwse woord voor 'slang' en de provincie Rio Negro in Argentinië, waar de ontdekking heeft plaatsgevonden.

Het Fossiel
Het fossiel van de primitieve tweepotige slang