Vertrouwelijke opsporingsinformatie gestolen
Er is opnieuw vertrouwelijke opsporingsinformatie in verkeerde handen gevallen. Dit heeft minister Remkes van Binnenlandse Zaken vandaag gezegd in de Tweede Kamer. Volgens Remkes gaat het om gegevens die eind vorige week uit auto's van politieagenten zijn gestolen. In de Tweede Kamer werd vandaag gesproken over diskettes met staatsgeheime informatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) die in handen van misdaadverslaggever Peter R. de Vries waren gekomen.
Remkes meldde dat er twee gevallen van diefstal uit politieauto's zijn geweest. Uit een wagen van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) werd een tas met daarin een dienstpistool, pepperspray en een portofoon gestolen. Later op dezelfde dag vond de politie de spullen terug en werden twee verdachten aangehouden.
De spullen die zijn ontvreemd bij het tweede geval zijn echter nog niet teruggevonden. Hierbij werd de kofferbak van een geparkeerde auto van het arrestatieteam van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond opengebroken. De dieven namen vervolgens een privé-laptop en een digitale agenda mee. Volgens Remkes zijn de apparaten voorzien van een pincode en zijn de gegevens versleuteld.
Er komt de laatste tijd vaker vertrouwelijke informatie naar buiten. Onlangs nog kwam een USB-stick van Defensie in handen van een stel tieners, nadat een kapitein van de Landmacht deze in zijn huurauto had laten liggen. Hier stonden bijvoorbeeld overdrachtsgegevens bij de wisseling van troepen in Afghanistan op. Deze stick was volgens minister Kamp van Defensie privé-eigendom en betrof "geen direct risico". De informatie was niet gecodeerd.
Remkes is het nu zat; hij meent dat ambtenaren zich niet aan de regels houden en heeft een brief naar de Raad van Hoofdcommissarissen en de Korpsbeheerders gestuurd. In deze brief wijst de minister "er nog eens op" dat medewerkers van de politie "geen laptop of wat dan ook mogen laten liggen". "Het moet in de genen zitten dat dit absoluut niet toelaatbaar is", aldus Remkes. Hij meent dat er een cultuuromslag gemaakt moet worden. De voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, B. Visser, heeft inmiddels een brief naar alle hoofdcommissarissen van Nederland gestuurd. Hierin vraagt hij zijn collega's "voortvarend de nodige maatregelen te treffen voor de naleving van de regels".
