Vlaming winnaar van Groot Dictee

Icoon LiteratuurDoor slechts vier fouten te maken is de Vlaamse Elsie Ribbens winnaar geworden van het zestiende Groot Dictee der Nederlandse Taal. Het dictee, met als titel 'Thuis voor de buis' werd dit jaar geschreven door Herman Koch, schrijver, en bekend van onder andere Jiskefet.

Het dictee werd dit jaar als moeilijk beschouwd. Het aantal fouten dat de deelnemers maakten, lag dit jaar dan ook hoger dan vorig jaar. Vorig jaar lag het gemiddelde aantal fouten op 25, dit jaar was dat al 33. Dit jaar was de competitie extra groot, omdat Nederland op gelijke hoogte kon komen met België. Philip Freriks sprak vooraf de hoop uit dat de stand op 8-8 zou komen. Omdat een Vlaming heeft gewonnen, staat de stand nu echter op 7-9.

Van de bekende personen scoorde de Belg Wim Oosterlinck, presentator bij Studio Brussel, het beste. Hij maakte 'slechts' twintig fouten. Oosterlinck had zijn overwinning te danken aan het feit dat hij "voor zijn komst naar Den Haag nog even snel het Groene Boekje had doorgespit. Maar verder was het puur beginnersgeluk." De beste bekende Nederlander van dit jaar was Bart Chabot, met 26 fouten.


Voor de fanatieke FOK!kers hieronder de tekst van het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

Die tintelende nazomerdag was de luie, gesubsidieerde bohémien zich al 's morgens vroeg te buiten gegaan aan een dolce far niente op zijn aftandse tweezitscrapaudtje.

De antiheld deed alles op zijn elfendertigst en leverde de op z'n jan-boerenfluitjes in elkaar geflanste genreschilderijen steevast te elfder ure voor de subsidiëring af bij de mecenassen.
De luiwammesende vrijeberoepsbeoefenaar keek naar het tv-kanaal van de op reclame-inkomsten gedijende supercommerciële pulpzender; daar werd net het eerste tête-à-tête van een twee-eiige tweeling vastgelegd.

De door treiterijen geteisterde anchorman die in beeld kwam, was het door Jan en alleman voor overgelopen farizeeër versleten kijkcijferkanon; hij werd door onze kunstenmaker beschouwd als bijdetijdse ambassadeur van de jansaliegeest die het janhagel abusievelijk voor excentriciteit verslijt.

"Waar blijft mijn croque-monsieur?", blèrde de aquarellist naar zijn eega, een voormalige heroïneprostituee, die een half dozijn dictees terug, toen zij nog een frêle spring-in-'t-veld was, op de vip-plaats van de parkeerfaciliteit de reputatie van een promiscue oud-Tweede-Kamerlid te gronde had gericht.

Zelf was dit op zijn eigen idee-fixe terende product van de bohème ook geen casanova meer; maar zoals zijn muze in een geforceerd up-tempo de wijnfles en de kurkentrekker binnenbracht, deed zij hem verlangen naar de nymfomane gepiercete lolita naast wie hij zich kortgeleden nog terneervlijde.

Alleen de T-vormige accessoires van haar telkenmale geüpdatete gsm'etje verlenen haar nog een fractie sex-appeal, bedacht hij toen hij de etiketloze fles als een pasgeboren baby dodijnde in zijn elleboogholte.

"Dat je als een houten klaas de reclameomzet van de nieuwe zender opvijzelt, is tot daar aan toe", zei het in een feeërieke boerka gehulde ex-seksobject terwijl zij wat gemorste tuttifrutti onder het smyrnatapijt wegwerkte, "maar je kunt tenminste toch je schoenen uittrekken!"