Jongeren vaak op de bon voor 'flutdelicten'
Tussen 2002 en 2004 steeg het aantal processen-verbaal voor minderjarigen met ruim 17 procent tot bijna 50.000. Slechts 10 procent daarvan betreft "echt ernstige gevallen", zei Buruma, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. "De huidige samenleving kan te weinig hebben van jongeren die hun grenzen verkennen. Wat voor een treurige samenleving is dit, waarin het onderwijs zo bedonderd in elkaar zit dat we de politie nodig hebben om spijbelaars op te pakken"?
Buruma is ook van mening dat jongeren die zware delicten plegen en vaak in herhaling vallen best strenger bestraft mogen worden. Er moet dan wel een betere nazorg zijn voor jongeren die hun straf hebben uitgezeten, met behulp van hulpverleners die hen individueel benaderen. "We hebben zoveel geïnvesteerd in preventie, dat we vergeten dat het allerbelangrijkste moment na de taakstraf of detentie komt. De beste voorspeller van criminaliteit is eerdere criminaliteit", zei hij. Van de door minister Donner (Justitie) beloofde verbetering van de nazorg heeft Buruma echter nog weinig gemerkt.