Registratie etniciteit bij huiselijk geweld
Met een proef om de etnische afkomst te registreren bij huiselijk geweld, hoopt minister Donner van Justitie meer inzicht te krijgen in de mate van huiselijk geweld onder allochtonen. Dit zegt hij in een brief aan de Tweede Kamer. De minister was het experiment vorig jaar al van plan.De proef gaat in januari voor een periode van een half jaar van start in de politieregio's Zuid-Holland Zuid en Twente. Tot op heden wordt alleen het land van geboorte en de nationaliteit geregistreerd, maar bij de nieuwe aanpak zal ook de afkomst van zowel daders als slachtoffers worden bijgehouden. Dit moet duidelijkheid scheppen in hoeverre huiselijk geweld voorkomt bij etnische minderheden van de tweede en derde generatie.
Volgens een eerder onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut en IVA Beleidsonderzoek lijkt het dat allochtone slachtoffers vaker te maken hebben met ernstig geweld dan autochtonen. De proef is een uitwerking van een voorstel van D66-leider Dittrich en is tot stand gekomen in overleg met ministers Remkes (Binnenlandse Zaken) en Verdonk (Vreemdelingenbeleid en Integratie).
Sinds vorig jaar bestaat er een registratie van het aantal incidenten van huiselijk geweld. Het gaat hier om het geweld tegen partners of relaties, kindermishandeling en mishandeling van ouderen. Een op de vijf geweldsdelicten die de politie registreert, betreft geweld binnen de muren. Jaarlijks komen meer dan 50.000 meldingen van incidenten van huiselijk geweld binnen.
