'Er zijn grenzen aan wat we mogen zeggen'

Een meerderheid van de Nederlandse bevolking vindt dat je tegenwoordig niet meer kan zeggen wat je wil. Zo'n 68% geeft aan dat ze meent dat de vrijheid van meningsuiting is ingeperkt. Ruim de helft van de bevolking wijt dit aan de moord op Theo van Gogh.

Zo'n 50% van de Nederlanders denkt dat men zich over het algemeen nog wel vrij voelt om een mening te geven, maar dan vooral in de eigen huiskamer; 69% meent dat Nederlanders zich thuis helemaal vrij voelen. Op straat (50%) en in de politiek (44%) is dat veel minder.

Christenhond en geitenneuker
Een meerderheid van 59% vindt dat er grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting, omdat 'als alles maar gezegd mag worden', je daarmee sommige groepen in de samenleving kan stigmatiseren. Veel ondervraagden vinden ook dat je bepaalde dingen helemaal niet kan zeggen, omdat ze te kwetsend zijn. Een moslim uitmaken voor geitenneuker vindt 66% te beledigend. De islam een achterlijke godsdienst noemen, vindt 74% te ver gaan; christenhond tegen een kerkelijk iemand zeggen, vindt 80% onoorbaar en homofilie een besmettelijke ziekte noemen gaat zelfs 90% te ver.

Wél acceptabel vinden velen, is zeggen dat Nederland vol is (64%) en oproepen tot de invoering van de doodstraf (54%). Ook vindt een forse meerderheid van de Nederlanders, 88%, dat andere mensen kritiek mogen uiten op hun opvattingen, gedrag of leefwijze.

De percentages komen uit een onderzoek onder bijna 1.300 mensen, verricht door bureau Motivaction in opdracht van het actualiteitenprogramma Netwerk.