Pers hitste niet op na moord op Van Gogh

Uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de binnenlandse krantenpers in de weken na de moord op Theo van Gogh vooral begrip heeft willen kweken voor de positie van allochtonen in Nederland. Ze waren zeker niet bezig olie op het vuur te gooien van de spanning die er toen in de samenleving heerste.

De UvA-onderzoekers bekeken zes landelijke dagbladen. Ze vergeleken de edities van een aantal weken vóór en na de moord. De onderzoekers verwachtten nogal wat opruiende berichtgeving tegen te komen, maar dat was vrijwel niet het geval. Er was in de kranten veel aandacht voor discriminatie en voor de problemen in de scholing van allochtone jongeren.

De kranten gingen in die tijd ook in op hun eigen rol in de spanningen, en vroegen zich af of ze mee hadden gedaan aan een 'wij/zij-discussie'.

De politicologen Maarten Hajer en Justus Uitermark zullen woensdagmiddag 2 november in de Oudemanhuispoort te Amsterdam deze en andere resultaten presenteren over het publieke debat na de moord op Van Gogh. In hun presentatie komen ook de verschillende strategieën aan bod die Amsterdamse politici hebben gebruikt om zich staande te houden in het debat, en het zeer wisselende succes daarvan.