OM krimpt aanklacht tegen Mohammed B. in

Daarmee vallen vier andere aanklachten af, zo blijkt uit de wijziging van de tenlastelegging die voor B. is gemaakt. In eerste instantie werd hij ook verdacht van het samenspannen met andere verdachten van de Hofstadgroep tot een of meer moorden uit terroristisch oogmerk. Onder andere Theo van Gogh, de Tweede-Kamerleden Hirsi Ali en Wilders en de Amsterdamse bestuurders burgemeester Cohen en wethouder Aboutaleb waren het doelwit.
B. werd verder beschuldigd van het opzettelijk verhinderen van het werk van de Kamerleden Hirsi Ali en Wilders door hen met geweld te bedreigen. De vierde aanklacht luidde dat B. dit in samenspanning met andere vermeende Hofstadgroepleden deed. Ook de beschuldiging dat B. Hirsi Ali, Wilders, Cohen en Aboutaleb met de dood bedreigde is door het OM ingetrokken.
Met het inkrimpen van de aanklacht spitst het OM zich op het hart van de verdenking, zo licht een woordvoerder toe. "De weggevallen losstaande verdenkingen worden hierin meegenomen, maar nu hoeven we niet alle losstaande strafbare feiten nog apart te bewijzen. Voor een veroordeling van B. voor deelname aan een terroristische organisatie denken we voldoende bewijs te hebben."
In juli werd B. door de Amsterdamse rechtbank tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij cineast Theo Van Gogh heeft vermoord. Dat betekent dat hij nooit meer op vrije voeten komt, tenzij hij op enig moment gratie krijgt.