Ultraconservatief wint verkiezingen Iran

De ultraconservatieve burgemeester van Teheran, Mahmoud Ahmadinejad, heeft tegen de verwachtingen in de tweede ronde van de Iraanse presidentsverkiezingen gewonnen. De teller eindigde voor Ahmadinejad op 61% van de stemmen. Hervormers vrezen dat Iran teruggaat naar de beperkingen van de Islamitische revolutie van 1979. Ahmadinejads tegenstander, Akbar Hashemi Rafsanjani die eerder van 1989 tot 1997 president was en wordt omschreven als 'pragmatisch conservatief', is blijven steken op 35% van de stemmen.

Arme regio's blijken massaal voor Ahmadinejad te zijn gegaan, die een 'man van het volk' wordt genoemd en beloofd heeft de sociale omstandigheden voor de armen te verbeteren, corruptie te bestrijden en 'westerse decadentie' tegen te gaan; terwijl zijn tegenstander niet onwelwillend tegenover samenwerking met het westen zei te staan. De verkiezingsstrijd ontaarde op deze wijze in zowel een ideologische als een klassestrijd, waarbij machtige conservatieven hun netwerk van moskeëen gebruikten om Ahmadinejads boodschap uit te dragen.

Rafsanjani werd geschaad door een elitair imago, wat zich uitte in beschuldigingen dat hij een nieuwe Sjah zou zijn. Het Rafsanjani-kamp vermoed dat er met de uitslag is gefraudeerd. De geestelijk leider van Iran, Ayatollah Ali Khamenei, heeft overwinningsfeesten verboden en mensen opgeroepen binnen te blijven.

De hervormingsgezinde vorige president Mohammad Khatami mocht zich na twee termijnen niet opnieuw verkiesbaar stellen. De Raad van Hoeders van de Islam zorgde ervoor dat zijn politieke bondgenoten in de presidentsrace buitenspel kwamen te staan (zoals ze dat tijdens zijn presidentschap met zijn hervormingsplannen deden).


Mahmoud Amhadinejad en Hashemi Rafsanjani