Vermiste kernbom blijkt niet te traceren

Icoon Buitenlands nieuwsDe Amerikaanse luchtmacht heeft bekendgemaakt dat een onderzoek naar een vermiste kernbom niks heeft opgeleverd. De bom staat al sinds 1958 als vermist te boek en ligt vermoedelijk ergens voor de kust van de Amerikaanse staat Georgia. Het rapport concludeert uit de door wetenschappers gemeten stralingsniveaus in de wateren rond het eiland Tybee dat de 3.500 kilo zware bom niet kan ontploffen en op de bodem van de zee moet worden gelaten.

De oorzaak van de vermiste bom is een botsing tussen een B-47 bommenwerper en een straaljager tijdens een trainingsvlucht in februari 1958. Na de botsing moest de bommenwerper noodgedwongen de Mark-15 kernbom afwerpen boven zee. Sindsdien is de Amerikaanse luchtmacht er nooit in geslaagd de bom te lokaliseren, totdat vorig jaar een gepensioneerde luchtmachtpiloot beweerde tijdens een persoonlijke zoektocht hoge stralingsniveaus te hebben gemeten op de bodem van het gebied waar de bom vermoedelijk ligt. Wetenschappers van de luchtmacht deden naar aanleiding hiervan onderzoek maar constateerden alleen stralingsniveaus die afkomstig kunnen zijn van natuurlijke elementen in de bodem.

Volgens de Amerikaanse luchtmacht bestaat de bom uit een niet nader bekendgemaakte hoeveelheid uranium en ongeveer 180 kilo springstof. De bom heeft echter geen plutonium capsule die nodig is als ontstekingsmechanisme voor een nucleaire explosie. In juni 2001 concludeerde de luchtmacht al eerder dat de bom moest worden beschouwd als een 'verloren object', aangezien men aanneemt dat de bom ligt begraven onder drie tot twaalf meter water en anderhalf tot vijf meter modder en zand.

-
Met dank aan voormalig nieuwsposter lr817086, die dit bericht vertaald en herschreven via de nieuws-submit aan ons meldde.