'Links' voorkomt mars van extreem-rechts in Berlijn

Zo'n tienduizend meest linkse betogers hebben in Berlijn voorkomen dat ruim 3.000 rechts-extremisten en neo-nazi's een protestmars konden houden. Extreem-rechts (de NPD) had toestemming gekregen om te protesteren op de zogeheten 'Dag van de Bevrijding', waarop officieel herdacht wordt dat nazi-Duitsland zestig jaar geleden capituleerde. De rechts-extremisten wilden duidelijk maken dat het afgelopen moet zijn met wat zij noemen ''de schuldcultuur'' rond de Tweede Wereldoorlog.

Toen de tegenbetogers richting de bijeenkomst van extreem-rechts optrokken greep de oproerpolitie, met 6.000 agenten aanwezig, in. Extreem-rechts kon wel bijeenkomen op de Alexanderplatz en toespraken houden, maar mocht van de politie om ongeregeldheden te voorkomen geen protestmars houden. De voorgenomen mars van extreem-rechts werd in de Duitse pers als de Schandmarsch omschreven.

In eerst instantie wilden de rechts-extremisten in een protestmars langs het nieuwe holocaust-monument en de Brandenburger Tor lopen. Daar staken rechters echter een stokje voor, nadat het parlement een wet daarvoor aanpaste. Bij de Brandenburger Tor werd vanmiddag het Feest rond de Democratie gehouden.

Zaterdagavond demonstreerden ongeveer 25.000 mensen in Berlijn tegen oorlog, racisme en rechts-extremisme. De betogers vormden een enorme keten van circa 33 kilometer door de Duitse hoofdstad en lieten fakkels, kaarsen en aanstekers branden. De lange sliert liep van de wijk Spandau in het uiterste westen, dwars door de Brandenburger Tor in het centrum, tot Mahlsdorf in het meest oostelijke deel van Berlijn.