Jonge moslim ontloopt cel door gebedsplicht
Een jeugdige moslim uit Maassluis die na het uitzitten van een celstraf zich ontwikkelde tot fanatieke islamiet hoeft van de rechtbank niet meer naar de reclassering om therapie te ondergaan waarmee hij zijn agressie moet leren beheersen. Ook ontloopt hij de ten uitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke celstraf.De nu 18-jarige moslim werd in juli 2004 door de kinderrechter te Rotterdam veroordeeld tot een celstraf van 5 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk, voor openlijke geweldpleging in zijn woonplaats. Na zijn vrijlating liet hij zijn baard groeien en wierp zich intensief op de islam.
Om het voorwaardelijk strafdeel niet te hoeven uitzitten, moest hij zich houden aan de richtlijnen van de reclassering en therapie volgen om zijn agressie te leren beheersen. Die therapie was geadviseerd door gedragsdeskundigen. De jonge moslim meldde echter alleen 's ochtends en 's avonds op afspraken te kunnen komen omdat hij anders zijn gebedsplicht in de moskee niet kan vervullen.
In een moskee begeleidt hij momenteel een jongerenproject. De kinderrechter heeft nu geoordeeld dat hij niet opnieuw de cel in hoeft, ondanks het feit dat hij de verplichting van therapie niet nakomt. De Officier van Justitie kwam zelf ook tot die conclusie: ''Nu heeft hij z'n toevlucht in de moskee gezocht en de invulling van zijn geloofsovertuiging weegt kennelijk zwaarder dan wat wij boven zijn hoofd hangen. Die invulling wil ik een kans geven''. De kinderrechter verlengde de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde celstraf met twee jaar en haalde daar de voorwaarden van reclasseringsbezoek en therapie vanaf.
