Maand cel geëist voor 'gigantische aftuiging'

Tegen de de 18-jarige uit Somalië afkomstige A. M. is gisteren voor de rechtbank in Haarlem een maand celstraf en drie maanden voorwaardelijk geëist wegens het 'op gigantische wijze' aftuigen van een Nederlandse jongeman aan de Oostervenne in Purmerend, begin dit jaar. De Nederlander werd geschopt en geslagen, werd met een mes of een schaar in zijn rug gestoken en liep een gebroken pols op. Ook had het slachtoffer van oor tot oor een snijwond op zijn achterhoofd.

Volgens de officier van justitie was de aanleiding het feit dat een groep Nederlandse jongens ruzie had met de Somaliërs over een brommer. Nadat er 4 januari al een incident in een snackbar was geweest, volgde er 5 januari een nieuwe ontmoeting tussen de rivaliserende groepen. De Somaliërs waren op dat moment gericht op zoek naar een Nederlander die ''dood moest''. Alleen A. M. stond gisteren in het openbaar terecht, drie andere verdachten zijn minderjarig en die zaak werd achter gesloten deuren behandeld.

M. bagatelliseerde zijn rol voor de rechter. Hij zou het slachtoffer slechts eenmaal tegen zijn kont hebben geschopt. ''Ik was bang dat hij een vriend van mij met een mes zou doodsteken. Daarom liet ik me zo gaan, maar het was wel verkeerd.'' De verdachte zei er veel spijt van te hebben de Purmerender te hebben geschopt. ''Mede door mij is zijn gevoel voor veiligheid aangetast. Het zal lang duren voordat hij dat heeft verwerkt.'' Hij zei bereid te zijn 200 euro schadevergoeding te betalen die het slachtoffer heeft gevraagd. De maand cel heeft de verdachte overigens al in voorarrest uitgezeten. Uitspraak over 14 dagen.