'Black-out bij misdrijf vaak besodemieterij'

lr817086 herschreef en submitte het volgende bericht, waarvoor dank!

Icoon Misdaad nieuwsHet komt in Nederland regelmatig voor dat verdachten in strafzaken zich in de rechtszaal beroepen op een black-out tijdens impulsief handelen. Een dergelijke 'acute dissociatie' is volgens experts echter veel zeldzamer dan het aantal keren dat daar nu in de rechtbank een beroep op wordt gedaan.

Twee Maastrichtse psychologen, Harald Merckelbach en Marko Jelicic, beweren in een interview met de Volkskrant dat het de juridische wereld aan basale inzichten in de werking van de menselijke geest en het geheugen ontbreekt. De getuigedeskundigen die door de rechtbank worden gebruikt baseren zich vaak op verouderde inzichten.

Een dissociatie is een staat waarbij bewustzijn, handelen en geheugen los van elkaar functioneren. De opmars van deze vorm van geheugenverlies in de rechtbank komt volgens Merckelback en Jelicic vooral door achterhaalde denkbeelden: "Het appelleert bij rechters aan het beetje achterhaalde psychologie dat ze kennen. Langdurig onderdrukte gevoelens zouden ertoe leiden dat iemand impulsief gewelddadig handelt. Meestal is het besodemieterij."

De twee Maastrichtse onderzoekers hebben over hun bevindingen een boek geschreven dat volgende maand verschijnt. In dit boek worden een aantal recente rechtszaken beschreven waarin volgens de onderzoekers een onterecht beroep werd gedaan op een vorm van dissociatie. Een aantal van deze zaken eindigde in vrijspraak. Een van de zaken die in het boek wordt behandeld is de Assense wurgmoord. In deze zaak stond een man terecht voor het om het leven brengen van zijn vrouw nadat zij hem van incest had beschuldigd. Hij komt pas bij zinnen in de tuin, zittend naast zijn dode vrouw. De man verklaart later zich niets te kunnen herinneren. Dit is volgens Merckelbach erg onwaarschijnlijk omdat acute dissociatie hooguit enkele seconden duurt en de dader minutenlang in de weer moet zijn geweest.

Werkwijze Pieter Baan Centrum 'uit de tijd'
In het boek komen de twee psychologen tot de conclusie dat er in de Nederlandse rechtspraak nauwelijks gebruik wordt gemaakt van moderne psychologische inzichten en technieken. Deskundigen van de rechtbank worden vaak ad hoc gekozen zonder dat duidelijk is of hun vakkennis wel aansluit bij inhoud van de zaak. Ook de werkwijze van het Pieter Baan Centrum is volgens de onderzoekers uit de tijd. Het Pieter Baan Centrum onderzoekt vaak de toerekeningsvatbaarheid van verdachten in opdracht van de rechtbank. Het centrum zou volgens de twee beter gesloten kunnen "Daar wordt veel met de verdachte gepraat. Observatie gebeurt tijdens lange afzondering van de normale omgeving. Zo zou men het in 1900 ook hebben gedaan", aldus Merckelbach.