Broer tasjesdief gelooft niet in opzet

Jamal el Bejjati, de broer van de twee weken geleden doodgereden tasjesdief Ali, denkt niet dat de vrouw die zijn broer doodreed, dat doelbewust heeft gedaan, zo zegt hij in de Telegraaf. De krant publiceert vandaag een interview met vader Mohammed el Bejjati en diens zoon Jamal.

''Ik geloof niet dat Germaine C. mijn broertje wilde doden'', zo zegt Jamal. ''Ik hoop dat het ongeluk misschien toch enige zin heeft gehad. Ik wil dat andere jongeren nu gaan nadenken over waarmee zij bezig zijn, hoe gevaarlijk het is het verkeerde pad op te gaan''.

Kwaad is Jamal ook. ''Ik wil dat die vrouw een echt proces krijgt, als Ali een gewone Nederlander was geweest, zat zij nog vast – nu was zij vrij nog voor hij was begraven.'' De familie El Bejjati zegt veel steun te hebben gehad van allochtonen in Amsterdam. De reacties van Nederlanders waren echter negatief. Er kwamen dreigbrieven en anonieme telefoontjes.

Vader el Bejjati zegt niet te begrijpen waarom zijn overleden zoon Ali tot zijn daad kwam: ''Het geld had hij niet nodig. Iedereen haalt wel eens rottigheid uit. Hij zou eigenlijk die middag zijn broer gaan helpen met zijn werk, maar dat bleek niet nodig. Dat was om vier uur, om halfzes werd ik gebeld, Ali was dood.'' Ali’s eerder opgebouwde strafblad doet hij af als onwaar of overdreven, maar de vraag naar het waarom blijft onbeantwoord.

Mohammed el Bejjati kwam al in 1967 naar Nederland en werkte tot 2001 bij de KLM, bijna 35 jaar. In 1985 kwam de rest van zijn gezin naar Nederland, Mohammed heeft vier zonen en drie dochters, de doodgereden Ali, in 1985 geboren in Marokko, niet meegeteld. Vader el Bejjati spreekt goed Nederlands, zijn kinderen accentloos, allen studeren of werken in Nederland. Het gesprek met de Telegraaf vond plaats in Selouane, in het Marokkaanse Rif-gebergte. Daar werd Ali vorige week begraven. De door verdriet overmande vader keert volgende week terug naar Nederland. ''Ik woon in Nederland, al mijn kinderen leven er, wat moet ik dan hier doen?''.