'Teveel Oost-Europese arbeiders in Nederland'

Het beleid van VVD-staatssecretaris Henk Van Hoof van Sociale Zaken om zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen, dreigt spaak te lopen door een toevloed van Oost-Europese werkzoekenden. Afgelopen jaar werden meer dan 25.000 werkvergunningen verstrekt aan Oost-Europeanen, vooral voor laaggeschoold werk in de land- en tuinbouwsector. Het Centraal Planbureau (CPB) schatte eerder in dat er niet meer dan 10.000 werkvergunningen zouden worden verstrekt.

Van Hoof zegt dat de toevloed van Oost-Europeaanse werkkrachten al gevolgen heeft gehad voor een project om uitkeringsgerechtigden in de land- en tuinbouw aan het werk te zetten. De teller stopte bij 383 mensen. Volgens de staatssecretaris ligt de schuld deels bij de Tweede Kamer, die weliswaar een beperkt toelatingsbeleid wilde, maar de deur voor de land- en tuinbouwsector wèl wijd open zette.

LTO-Nederland vindt dat Van Hoof op een verkeerd spoor zit als hij het aantal werkvergunningen wil aanpakken. Volgens de land- en tuinbouworganisatie is er namelijk geen sprake van verdringing. Het probleem zou vooral liggen bij de uitkeringsgerechtigden zelf, die ofwel niet in staat zijn fysieke arbeid te verrichten, gewoon geen zin hebben of stellen dat seizoensarbeid hun bijscholing in de weg staat. Jaarlijks zijn volgens LTO gemiddeld 16.000 mensen in de sector nodig. Afgelopen jaar bleken er nog geen 400 uitkeringsgerechtigden beschikbaar of geschikt te zijn voor dat werk, zo zegt LTO. De rest kwam uit landen als Polen.