'Hoofddoeken in Nederland niet verbieden'

Een hoofddoekverbod, zoals Frankrijk dat kent, hoort niet in Nederland thuis. Dat stelt de Tilburgse hoogleraar in het Europees Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid Jan de Groof. Volgens hem is de culturele en religieuze verscheidenheid in Nederland daarvoor te belangrijk.

In Frankrijk, met vijf miljoen moslims de grootste islamitische moslimgemeenschap van Europa hebbende, was rond de invoering van het hoofddoekjesverbod in openbare scholen een heet hangijzer. Dit leidde tot vele protesten, ook in het buitenland.


De moslimgemeenschap protesteerde hevig tegen het verbod op hoofddoekjes, zoals hier op de foto te zien is.


De Groof stelt dat het onderwijsbeleid vaak ook de landsgrenzen overschrijdt. "De Europese onderwijsagenda beïnvloedt op fundamentele wijze het beleid binnen elk van de lidstaten van de unie. Ik pleit voor een gedifferentieerd onderwijsbestel, dus met verschillen tussen de mensen. De identiteit van de leerling moet, mede door het aanwenden van symbolen als de hoofddoek, worden gerespecteerd", aldus de professor in zijn inaugurele rede.

In de Nederlandse politiek is de discussie rondom de hoofddoekjes de afgelopen tijd uitgebreid gevoerd. Volgens onafhankelijk Kamerlid Geert Wilders is het dragen van hoofddoekjes een symbool van afkeur naar het Westen toe. De LPF pleitte eerder al voor een totaalverbod van religieuze uitingen. Dit voorstel werd onder meer door de christelijke partijen fel bekritiseerd.

Ook in andere EU-landen is de discussie actueel. Bij onze zuiderburen leeft het debat rondom religieuze uitingen. In steeds meer Belgische steden wordt een burkaverbod ingevoerd, waaronder in Antwerpen, Gent en Maaseik. Onlangs noemde een Vlaamse regionale minister het allesbedekkende islamitische gewaad nog het symbool van de onderdrukking van vrouwen.