Kerry en Bush bekvechten in toespraken

John Kerry heeft in een rede in New York hard uitgehaald naar zijn concurrent voor het presidentschap van de Verenigde Staten, George Bush. De Democratische kandidaat zei dat de VS door Saddam Hussein te verdrijven een dictator heeft ingeruild voor chaos. Kerry denkt dat de oorlog in Irak wel eens een gevecht zonder einde zou kunnen worden.

"Een verantwoordelijke opperbevelhebber zou nooit een oorlog zijn begonnen in de wetenschap dat Saddam Hussein geen massavernietigingswapens bezat, en geen directe bedreiging voor de VS vormde", aldus Kerry, die zelf ook voor de oorlog tegen Irak stemde.

Bush had echter snel een antwoord klaar. Hij verweet Kerry met alle winden mee te waaien. Eerder op de dag benadrukte de Republikeinse kandidaat in een toespraak in New Hampshire het belang van een "consistent leiderschap". Hij riep de Amerikanen eveneens op om hem te blijven steunen. Zijn campagnewoordvoerder Scott Stenzel was het hier, uiteraard, mee eens. Hij noemde het onverstandig om in tijden van oorlog van president te veranderen en haalde fel uit naar Kerry. "Onze troepen verdienen beter dan Kerry's pessimisme en gebrek aan vertrouwen in de missie", zo zei Stenzel.

Drie debatten
De campagneteams van Kerry en Bush hebben maandagavond gemeld dat er drie debatten tussen de twee kandidaten zullen worden gehouden in de aanloop naar de verkiezingen op 2 november. Het eerste debat vindt plaats op 30 september in Coral Gables (Florida), het zal dan gaan over buitenlandse politiek en binnenlandse veiligheid.

Het tweede debat volgt op 8 oktober op de Washington University in St. Louis, Missouri. Een speciaal geselecteerd publiek zal daar vragen aan de twee mogen stellen. Het moeten mensen zijn die nog geen keuze tussen de twee hebben gemaakt en die zullen worden uitgekozen door de opiniepeiler Gallup.

Op 13 oktober zal op de Arizona State University in Tempe, Arizona, het slotdebat volgen. Onder leiding van Bob Schieffer van CBS News zullen de twee debatteren over de binnenlandse en economische politiek.