Jonge verkrachters vaak opnieuw in de fout

Het meerendeel van de jeugd die opgepakt is voor een seksueel delict overtreedt na behandeling opnieuw de wet. In 10% van de gevallen gaat het om een zedendelict; 50% begaat een ander soort delict. De meeste zedenrecidive vindt al plaats binnen twee jaar na behandeling. Deze cijfers blijken uit het onderzoek 'recidive van jeugdige zedendelinquenten' dat gisteren verscheen.

Wanneer de groep die opnieuw een zedendelict pleegt uitgesplitst wordt, blijkt dat het risico op herhaling het grootst (38%) is bij jeugdige zedendelinquenten die een (zeer)jong meisje misbruikten buiten hun eigen familie.

Het onderzoek is verricht onder jeugdige zedendelinquenten die behandeld werden in Harreveld, een instelling die gespecialiseerd is in dergelijke behandelingen. Jaarlijks staan in Nederland rond de 250 jeugdige zedendelinquenten voor de rechter. Alleen de zwaardere gevallen gaan naar Harreveld.

Bij jeugdige zedendeliquenten wordt onderscheid gemaakt in twee groepen: obsessieven en opportunisten.

Obsessieven kiezen meestal een jonger kind als slachtoffer, het leeftijdsverschil is meestal vijf jaar of meer. De gemiddelde leeftijd van hun slachtoffer is bijna acht jaar.

Opportunisten kiezen vaak leeftijdgenoten als slachtoffer. De gemiddelde leeftijd van hun slachtoffer is zestien jaar.

Intensiever behandelen
Uit het onderzoek blijkt dat het alleen de obsessieven zijn die opnieuw een zedendelict plegen. De opportunisten plegen relatief vaker andere delicten, maar nóóit een zedendelict. Meestal gaat het om diefstal, inbraak, verkeers- en geweldsdelicten, verstoren van de openbare orde en mishandeling.

De onderzoekers stelden vast dat de begeleiding die jongens nu krijgen na hun vertrek uit Harreveld minimaal is. Ze stellen daarom voor om de groep met het hoogste zedenrecidive risico - jongens die (zeer)jonge meisjes misbruikten buiten hun eigen familie - nog veel intensiever te behandelen. Bovendien zouden zij na ontslag langdurig intensief begeleid dienen te worden.