Boer dumpte kalveren uit angst voor vader
Er stierf wel eens een kalf bij het bedrijf van de man. Om te voorkomen dat zijn vader hier achter zou komen dumpte hij de negen kadavers in het bos, op 11, 14 en 19 maart, deze werden steeds een paar uur na de dumping gevonden. Ze werden onderzocht en de kalveren bleken gestorven te zijn aan verschillende ziektes, zoals darmontsteking, lebmaagwandontsteking, diarree en het besmettelijke rotavirus.
De politie kwam echter pas op het spoor van de dader toen ze zagen dat één van de op 19 maart gedumpte kadavers een oormerk bevatte. Het bleek hetzelfde soort oormerk te zijn als de boer gebruikte, deze legde vervolgens een bekentenis af. Hij kwam er goed vanaf en hoefde 'slechts' de onkosten voor laboratoriumonderzoeken en ruiming te betalen.