Commissie: Publieke Omroep krijgt laatste kans

Het is voor de Publieke Omroep de laatste kans om in de huidige vorm door te gaan. Dat zegt de commissie-Rinnooy Kan die het functioneren van de Publieke Omroep onderzocht. Gisteren werd op het MediaPark in Hilversum het rapport van de commissie, 'Omzien naar de omroep', overhandigd aan de raad van toezicht van de Publieke Omroep.

De commissie stelt dat de losse omroepen beter samen moeten werken. De programmering van de televisienetten is nu te omslachtig en onduidelijk. Verder komt er volgens Rinnoy Kan nog weinig terecht van de wens elk net een eigen gezicht te geven, de zogenoemde netprofilering.

De commissie is wel van mening dat de losse omroepen het redelijk hebben gedaan in de afgelopen vijf jaar. In 2000 kregen de omroepen een consessie om uit te zenden, met als voorwaarde dat er in 2004 een evaluatie zou komen.

Op de radio is de profileren van de zenders juist te sterk. Kleine doelgroepen worden nu niet meer bereikt. De commissie denkt wel dat de radio-tak veel beter op weg is dan bij de televisie. Het aanbod van de diverse radiozenders wordt als goed afgebakend gezien. De commissie vindt dat Radio 1 en Radio 2 goede publieke radiozenders zijn.

Over 3FM, Radio 4 en 747 AM zegt de commissie dat ze een expliciet en helder geformuleerd aanboddoelstelling mist. Deze zenders zullen dan ook alle zeilen moeten bijzetten om een verdere terugloop in marktaandeel te verkleinen.

De commissie stelt nu voor om de macht van de omroepen te verkleinen de de Publieke Omroep als geheel meer bevoegdheden te geven. Zo zouden de netten op televisie veel meer een eigen gezicht krijgen.