Conservatieve voorman met de dood bedreigd

Sinds anderhalfjaar wordt de directeur van de conservatieve Edmund Burke Stichting, Bart Jan Spruyt, met de dood bedreigd, zo meldt het NRC Handelsblad. Spruyt, die geregeld opiniestukken schrijft voor de krant, zegt dat ''links-radicalen van autochtone komaf'' achter de bedreigingen zitten. Ze doen dat bij lezingen die hij geeft, maar ook via andere wegen. Dat het om links-radicalen gaat, blijkt volgens Spruyt uit de inhoud van wat zijn bedreigers zoal zeggen. Hij heeft, om redenen die hij niet wil onthullen, nog geen aangifte gedaan.

Spruyt heeft op eigen kosten een beveiligingsbedrijf in de arm genomen en rijdt iedere dag langs een andere route naar werk en huis. Hij blijft in de openbaarheid optreden maar is naar eigen zeggen ''selectiever'' bij het aannemen van uitnodigingen. Volgens Spruyt zijn de bedreigingen vorig jaar januari begonnen. Bij een lezing voor studenten in Amsterdam stond toen een student op die zei dat hij ''moest worden doodgeschoten'', waarop anderen applaudisseerden. Sindsdien komen er bij optredens in het land geregeld mensen langs die bijvoorbeeld zeggen dat zij er '' net als Volkert van der Graaf best twintig jaar voor over hebben om mij vol met lood te pompen'', aldus de conservatieve voorman.

Spruyt zegt dat hoogleraar rechtsfilosofie Paul Cliteur, die vorige week aankondigde dat hij stopt met het leveren van felle kritiek op de islam en het integratiedebat, zijn stap mede genomen heeft op grond van Spruyts ervaringen. Volgens hem zijn een aantal columnisten van linkse signatuur, zoals Marcel van Dam en Thijs Wöltgens, alsmede de Groningse burgemeester Wallage, mede verantwoordelijk voor de bedreigingen omdat ze ''een klimaat scheppen door het hanteren van onzakelijke kwalificaties in het debat over - met name - de integratie.'' Eerder wees Cliteur ook al de beschuldigende vinger in hun richting.

De Burkestichting haalde vorig jaar het nieuws met een manifest waarin gesteld werd dat de immigratie van allochtonen absoluut moest stoppen. Dit omdat de aanwezigheid van één miljoen moslims in Nederland zou zorgen voor grote sociale spanningen en voor groeiend wantrouwen.