Ruim 11 miljoen Spaanse protesterenden
11.400.000 van de 40 miljoen Spaanse inwoners zijn vrijdagavond in heel Spanje de straat op gegaan uit protest tegen de terroristische aanslagen van 11 maart in Madrid. Bij deze aanslagen kwamen 200 mensen uit elf verschillende landen om het leven. Ruim 1400 mensen raakten gewond.
In de hoofdstad trotseerden 2,3 miljoen mensen de regen en gingen de straat op. Voorop liepen onder andere premier Aznar, de Italiaanse premier Berlusconi, de president van de Europese Commissie Prodi, De Spaanse kroonprins Felipe en de Duitse minister van Buitenlandse zaken Joschka Fischer. Voor Nederland liep vice-premier Thom de Graaff mee.
In de stoet waren spandoeken te zien die het verdriet van Spanje uitten: "We zaten allemaal in die trein", "We zijn niet meer compleet: we missen 200 personen!" en "Het regent niet; Madrid huilt" zijn enkelen voorbeelden. Ook in andere steden, waaronder de Baskische hoofdstad Vitoria, Bilbao, Santander, Valencia en Las Palmas waren demonstraties georganiseerd.
Solidariteit
Uit solidariteit met de slachtoffers die bij de aanslagen vielen zullen de Nederlandse Spoorwegen maandag de treinen om 12.00 uur drie minuten stil zetten. "We zijn erg nauw betrokken bij onze zusterorganisatie in Madrid. Dit gebaar is bedoeld als medeleven", aldus een woordvoerder van NS Reizigers.
De herdenking komt na een oproep van de Europese Unie om maandag stil te staan bij de aanslagen. Premier Balkenende heeft Nederland en het bedrijfsleven opgeroepen hieraan gehoor te geven.
