Moslimomroep zou kans van slagen hebben

De Nederlandse Moslim Omroep (NMO) zou een aanzienlijke kans maken om een C-status te verwerven, dat blijkt uit de enquête die de Volkskrant onder jonge moslims hield, en waarover het ANP al eerder berichtte. Van de ondervraagden zegt 19% een financiële bijdrage over te hebben voor meer islamitische programma's op de Nederlandse televisie. Omgerekend naar het aantal moslims in Nederland zouden die 19% veel meer potentiële leden zijn dan de 50.000 die de NMO nodig heeft om een aspirant-C-status te krijgen.

De NMO heeft sinds 9 juni 2000 een uitzendlicentie. Die licentie is verleend op basis van artikel 39f van de mediawet. Dat artikel bepaalt dat kleine levensbeschouwelijke omroepen recht hebben op zendtijd zonder dat zij leden hoeven te hebben. Onder artikel 39f vallen naast de NMO onder meer omroepen als de IKON, het Humanistisch Verbond en BOS (Boeddistische Omroep Stichting). Al die omroepen hebben recht op een paar uur zendtijd per week. Vooralsnog heeft de NMO geen concrete plannen om een publieke omroep met leden te worden.

Uit de enquête blijkt verder dat 39% van de moslims bij verkiezingen op een Moslimpartij zou stemmen, mocht die er zijn. Ruim 17% geeft aan dat zeker niet te zullen doen. Volgens maar 4% van de ondervraagde moslims doet politiek Den Haag genoeg voor de islamitische medemens. Een ruime meerderheid (54%) stelt dat politieke partijen niet genoeg opkomen voor de belangen van moslims.

Van de moslims in Nederland voelt 38% zich geaccepteerd door Nederlanders, 30% voelt zich niet geaccepteerd. Ruim 25% van de Nederlandse moslims heeft enkel vriendschappen met andere moslims; 46% heeft een vriendenkring die voor het overgrote deel islamitisch is. Ruim 25% geeft aan dat sommige vrienden moslim zijn en de rest niet. Bijna de helft van alle moslims meent dat islamitisch onderwijs goed is voor de intgratie, een minderheid van 8% vindt het juist slecht voor de integratie.

Zie ook: Jonge moslim minder gelovig dan ouders.