Rechtszaak 'Kumral Bagci' kan doorgaan

De rechtszaak tegen de vermoedelijke moordenaar van de 7-jarige Kumral Bagci kan gewoon doorgaan. De rechtbank in Den Haag besloot dat gisteren, nadat men afgelopen vrijdag de zaak opschortte. De verdachte, de 20-jarige Ervin T., is echter wel uit zijn voorlopige hechtenis vrijgelaten.

T. was ten tijde van de moord, in juni 1995, 12 jaar. Probleem was dat indertijd de verjaringstermijn voor minderjarigen zes jaar was. In september 1995 is dat opgehoogd naar negen jaar. De advocaat van T. betoogde daarom dat zijn cliënt niet meer vervolgd zou mogen worden, omdat voor hem nog een verjaringstermijn van zes jaar gold.

Volgens de rechtbank zou alleen de meeste voordelige regeling toepasbaar zijn als het bijvoorbeeld om de lengte van de straf zou gaan. In dit geval geldt gewoon de verjaringstermijn zoals die nu is vastgelegd, en niet de verjaringstermijn die voor 1 september 1995 gold.

Kumral Bagci verdween op 21 juni 1995 in Den Haag. Haar in stukken gesneden lichaam werd twee dagen later in Scheveningen teruggevonden. Ze woonde vlak bij de Haagse markt in de wijk Transvaal. De verdachte is verre familie van Kumral. Vermoedelijk is sprake van bloedwraak, omdat eerder in 1995 een verre oom van het meisje eveneens in stukken gesneden werd teruggevonden.

Ervin T. houdt overigens vol niets met de moord te maken te hebben. Justitie hield ook zijn 48-jarige moeder aan, maar die pleegde zelfmoord in haar cel.