Migrantenclubs vangen veel subsidie

Gemeenten in Nederland gooien jaarlijks tientallen mljoenen euro's in een bodemloze put van duizenden integratieclubjes, zo schrijft de Telegraaf dit weekend in een paginagroot artikel onder de kop: 'Migrant koning in subsidiejungle'.

Volgens de schrijvers van het artikel, Emile Bode en Menzo Willems, bestaan er in Nederland duizenden migrantenorganisaties. Zij varieren van eet- en praatclubjes tot volwaardige stichtingen die zich serieus bezighouden met zaken als rassendiscriminatie en integratie. Het merendeel ontvangt subsidie van de gemeente. Het Kabinet zet daar nu flink het mes in. Want veel clubjes vinden opnieuw het wiel uit of zijn in het geheel niet bezig met integratie.

In Nederland blijkt tot nu toe vrijwel iedere migrantenorganisatie, die als doelstelling vermeldt dat ze de integratie wil bevorderen, onmiddellijk een zakje geld te krijgen. Of er zich in één stad één of vijf organisaties met hetzelfde thema bezighouden, maakt niet uit; iedereen krijgt een duit. Een Chinees die opkomt voor een van de vele minderheidstalen in zijn moederland, een uitgeweken eskimo die de cultuur van de Inuit onder de aandacht wil brengen, of een Kaapverdiaan die zijn lekkernijen in onze samenleving wil integreren, allen kunnen (of konden) rekenen op subsidie.

Gemeenten kunnen in Nederland zélf bepalen naar welke organisaties geld gaat. Noch het ministerie van Binnenlandse Zaken noch Justitie (minderhedenbeleid) noch de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben ooit onderzoek naar de geldstromen verricht. VVD-Kamerlid Geert Wilders spreekt van ''gemeentebestuurlijke naïviteit''. De parlementariër zegt: ''De gemeenten zijn vrij in hun subsidiebeleid, maar we moeten wel zeker weten dat er geen belastinggeld naar allochtonenclubs gaat die banden hebben met extremistische organisaties. Het zou goed zijn als het kabinet eens onderzocht of dit toch gebeurt''.

Voor gemeenten is het overigens niet gemakkelijk om uit te zoeken of subsidies aan verschillende clubjes wordt gegeven die het zelfde nastreven. Zo telt bijvoorbeeld Hollanda Diyanet Vakfi of wel de Islamitische Stichting Nederland maar liefst 146 afdelingen. De Turkse stichting houdt zich volgens haar website bezig met de integratie in Nederland. Woordvoerder Keskin stelt echter dat de stichting in eerste instantie het overkoepelende orgaan is van 90% van de Turkse moskeeën. De gelieerde afdelingen houden zich volgens hem bezig met sociaal-culturele activiteiten en zijn min of meer autonoom. Ook deze afdelingen kunnen gemeentegeld ontvangen. Op de internetsite Turks Forum staan alleen al 793 Turkse verenigingen vermeld.

Uit het artikel blijkt wel dat steeds meer gemeenten alleen nog subsidies willen geven aan organisaties die daadwerkelijk de integratie nastreven. Een project als kookles voor Turkse mannen hoeft niet langer op financiële steun te rekenen.

Het zijn trouwens niet enkel migrantenorganisaties die subsidie aanvragen indienen. Ook Nederlandse verenigingen weten doorgaans moeiteloos de weg naar de subsidiekraan te vinden.

Een paar voorbeelden van het geld wat omgaat:
Utrecht kent 62 migrantenorganisaties die in de eerste 10 maanden van dit jaar 347.120,92 euro subsidie incasseerden.
Amsterdam geeft jaarlijks 4,3 miljoen euro uit aan educatie en inburgering. Het betreft zaken zoals antiracisme, allochtonen zelforganisaties (alleen al ruim één miljoen euro) en de emancipatie van vrouwen en homo's etc.
Rotterdam geeft ieder jaar 5,5 miljoen euro aan 64 organisaties. Koploper is daar de Stichting Welzijn Antillianen met 530.000 euro. Maar ook RADAR (R'damse Anti Discriminatie Raad) wordt flink bedeeld met 348.000 euro.
De gemeente Den Haag zegt daarentegen jaarlijks 250.000 euro aan subsidies aan integratieprojecten te verstrekken.