Politiek tegen verplicht Turkse les

De politieke partijen in Den Haag zijn op hun zachtst gezegd geen voorstander van het voornemen van een Utrechts schoolhoofd, om vanaf volgend jaar Turkse taalles verplicht te stellen voor de brugklasleerlingen. De VVD spreekt van een ''onbegrijpelijk'' idee en D66 noemt het ''bizar'' om in het eerste jaar meteen al 4 vreemde talen te geven. De VVD vraagt zich af waarom de school zich niet op het Nederlands oriënteert en D66 hoopt dat de school nog te bewegen is van dit ,,onzalige plan'' terug te komen. Ook het CDA is fel tegen.

De school waar het Turks ingevoerd gaat worden is de rooms-katholieke St. Gerardus Majella Mavo in Utrecht. Meer dan 50% van de 300 leerlingen op de school is van allochtone afkomst. Directeur Ton van Vught besloot tot invoering van het Turks omdat er geen subsidie meer wordt gegeven voor het onderwijs in allochtone levende talen (OALT). Eerder pleitte al een PvdA'er in Friesland om die reden ervoor, om van onder meer Turks een rijkstaal te maken.

Volgens Van Vught zijn Turks en Arabisch volwaardige moderne vreemde talen. ''Kennismaken met een andere taal betekent kennis maken met een andere cultuur''. Ook noemt hij een economische reden: Turkije is een toekomstig lid van de Europese Unie.

Van Vught bestrijdt dat Turkse taalles de integratie beperkt. Dat argument gebruik je volgens hem ook niet bij Duits of Frans.

De Onderwijsinspectie laat weten niet te kunnen optreden omdat het iedere school vrijstaat om een vak verplicht te stellen; zolang de school zich maar aan de wettelijke bepalingen houdt.

De PvdA en GroenLinks hebben laten weten in principe niets tegen Turkse taalles te hebben, al stellen beide partijen wel vraagtekens bij het verplichte karakter.