Dwergschuiven: Voortbestaan competitie ter discussie

De voortgang van de dwergschuif-competitie in Mount Maunganui (Nieuw-Zeeland) staat ter discussie. Mensenrechten organisaties hebben geprotesteerd tegen de in hun ogen mensonterende sport.

In de Mount Mellick bar te Mount Maunganui werden de afgelopen vijf weken dwergschuifwedstrijden afgewerkt. Het is hierbij de bedoeling dat een ge-oliede dwerg over een met folie bedekte zes meter lange baan wordt gelanceerd. Aan het eind van de baan is een rood vlak met middenpunt, waarbij de navel van de dwerg zo dicht mogelijk terecht moet komen.

De 1 meter 37 korte dwerg in kwestie, Andrew Roigard, ziet echter geen kwaad in de sport. Hij is gekleed in boxer en met een helm op al twee jaar actief in de bar. "Ik hou er van om mensen te laten lachen en dat doen ze".

Katy Sinclair, woordvoerder van de 'Bond van kleine mensen in Nieuw-Zeeland', is het daar echter niet mee eens. "Het geeft kleine mensen een slechte naam. Het draagt een stereotype beeld uit". Ze heeft goede hoop op een verbod. In 2002 verloor de Franse dwerg Manuel Wackenheim een rechtszaak voor de mensenrechten commissie van de Verenigde Naties, waarmee hij zijn broodwinning in kroegen had willen veilig stellen.

Het dwergschuiven is een afgeleide van het dwerg slingeren, een sport die enkele eeuwen geleden op het Franse platteland werd uitgevonden. Beide sporten zijn inmiddels in meerdere landen verboden, onder meer in Australië, Canada, Frankrijk en sommige Amerikaanse staten.