Afghaanse schat overleeft 20 jaar oorlog

In het presidentieel paleis in Kabul is een reeks gouden voorwerpen teruggevonden die dateert van voor onze jaartelling. De schat is volgens de Afghaanse president Karzai, die de pers vrijdag hierover toesprak, onbeschadigd aangetroffen in een kluis en heeft daarmee meer dan twintig jaar oorlog doorstaan. Sinds de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan in 1979 waren de kisten met voorwerpen zoek. Nu is gebleken dat werknemers van de Centrale Bank wisten dat de schat in de kluis lag. De code om die te openen is angstvallig geheim gehouden onder meer uit vrees voor de Taliban, die berucht zijn geworden door het verwoesten van religieus getinte kunstschatten. Karzai prees de bankmedewerkers die ondanks martelingen de code niet hebben prijsgegeven.

De kunstschatten zijn afkomstig van de vindplaats Tillia Tepe, die in 1978 door Afghanen en Russen doorzocht werd. Tillia Tepe ligt in het oude Bactrië, een regio die met name bekend is geworden door de verovering ervan door Alexander de Grote in 327 voor Christus. Van de Afghaanse kunstschatten die er nog waren toen de Sovjet-Unie het land binnenviel is veel verdwenen. De vindplaatsen zijn ten prooi gevallen clandestiene opgravingen, veel monumenten zijn door oorlog beschadigd of vernietigd, tussen 1991 en 1996 is het museum geplunderd en de Taliban beval in 2001 alle "niet-Islamitische standbeelden en tombes" te vernietigen. Sinds de val van het Talibanbewind probeert men in samenwerking met UNESCO de schade enigszins te inventariseren en te herstellen.