Mariniers in Irak eerder thuis
De Nederlandse mariniers die zich op dit ogenblik in Irak bevinden mogen eerder naar huis. Dat besliste het ministerie van Defensie. Concreet betekent dit dat de mariniers slechts vier maanden moeten blijven, ipv de vooropgestelde zes maanden.
"De warmte is een handicap voor de 662 mariniers die bij temperaturen van 45 tot 50°C de stabiliteit moeten handhaven in de provincie al-Muthanna", aldus een woordvoerder van het ministerie. Het besluit heeft verder geen gevolgen voor de eigenlijke missie, Nederland houdt zich aan de afspaak om minstens zes maanden in Irak te blijven, al dan niet met een verlenging van nog eens zes maanden.
De bevelhebber van de Nederlanders op missie, overste Swijgman, verklaarde zaterdag in het NOS radiojournaal dat zijn manschappen donderdag- en vrijdagavond een vuurgevecht hadden met inbrekers die poogden metalen te stelen bij een cementfabriek. Daarbij vielen geen gewonden.
Op dit ogenblik bevinden zich 1164 Nederlandse militairen in het land. De hoofmacht, het "bataljon mariniers" is de enige groep die pas na zes maanden wordt afgelost. De luchtmachteenheid van de Chinook-helikopters, de marechaussees en de medische staf kregen eerder al te horen dat ze vroeger zouden worden afgelost. Enkel de 51 genisten die het basiskamp opbouwen blijven tot het einde.
