Hoogleraar hekelt vonnis Hans Janmaat

Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, vindt het onterecht dat het vorig jaar overleden oud Tweede Kamerlid Hans Janmaat, niet postuum is vrijgesproken door de Hoge Raad der Nederlanden. Volgens een recente uitspraak van de Hoge Raad is Janmaat in 1997 terecht veroordeeld wegens het aanzetten tot rassendiscriminatie. De voormalige voorzitter van de CD had namelijk gezegd: 'Wij schaffen, zodra wij de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af.' De Hoge Raad handhaafde de uitleg van het gerechtshof Arnhem van indertijd; die stelde dat Janmaat hiermee een oproep zou hebben gedaan om de Nederlandse samenleving etnisch te zuiveren.

Fennema meent dat Janmaat met die uitspraak bedoelde dat de subsidies moesten worden afgeschaft aan al de etnische organisaties, dat het onderwijs in eigen taal en cultuur moest worden stopgezet en dat al de tolken overbodig waren. Hij bedoelde er met andere woorden precies al die dingen mee die nu gebeuren, aldus de hoogleraar.

Fennema pleit voor het schrappen van het haatzaai-artikel 137d uit het wetboek van strafrecht. Volgens hem moet je sowieso in een democratie af en toe iets hatelijks over anderen kunnen zeggen: ''Foute meningen worden veel te makkelijk in de ban gedaan''. Op basis van dit artikel 137d werd niet alleen Janmaat veroordeeld. Hetzelfde artikel vormde ook de basis voor de aanklacht van Spong en Hammerstein tegen een aantal politici en journalisten die zouden hebben aangezet tot haat tegen Pim Fortuyn.

Fennema, die Janmaat persoonlijk gekend heeft, zegt dat de politicus er zeker racistische denkbeelden op na hield, maar dat hij ten onterechte compleet zwart is gemaakt: ''Voor het klimaat dat tegen hem geschapen is, houd ik een meerderheid van de leden van de Tweede Kamer verantwoordelijk''.

De hoogleraar wijst er op dat in Nederland jarenlang een klimaat van politiek correcte vervolging heeft gehangen. ''Alles wat naar rechts zweemde, was fout. Links, zelfs al was het nog zo onverdraagzaam en gewelddadig, was daarentegen prima. Dit heeft met de Tweede Wereldoorlog te maken. Omdat de communisten 'goed' waren geweest in WO II, zei niemand iets over het feit dat extreem-links qua onverdraagzaamheid weinig voor extreem-rechts onderdoet''.

Als voorbeeld noemt Fennema de aanslag in 1986 op de Centrum Democraten (CD) door linkse antifascistische activisten in Kedichem. Daarbij verloor Wil Schuurman, de partner en secretaresse van Janmaat, een been. De VVD-fractie zou daar volgens haar nog hartelijk om hebben gelachen. Volgens Fennema hebben politici die aanslag nooit hard genoeg veroordeeld. Schuldigen zijn door justitie ook nooit gevonden.