Politieke aanval op Colin Powell ingezet

victorv8 had ons via de newssubmit het volgende te melden:

Newt Gingrich, de voormalige voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, poogt zichzelf opnieuw in het politieke daglicht te zettenen. De Republikein moest na de verloren verkiezingen in '98 en een financieel schandaal uit het Congres vertrekken. En hij gaat daarbij -gesteund door een groeiende conservatieve achterban- bepaald niet over rozen.

Zo kreeg minister van Buitenlandse Zaken en partijgenoot Colin Powell het zwaar te verduren, na zijn bezoek aan de Syrische hoofdstad Damascus. Gingrich veroordeelde dit bezoek met een niets aan de verbeelding overlatend "belachelijk". Verder kreeg Powell kritiek omdat z'n departement "veel te lief is voor dictators en corrupte regimes", heeft hij daarmee "de wereld van de VS vervreemd" en zou hij bovendien het beleid van president Bush hebben ondermijnd. De afgelopen zeven maanden werden samengevat als een "diplomatiek fiasco", zo zei Gingrich deze week, tijdens een lezing van de conservatieve denktank AEI.

Deze geluiden komen niet uit de lucht vallen in Washington. Gingrich vertolkt kritiek die anoniem al langere tijd te horen is binnen neo-conservatieve groepen rond de Republikeinse partij. Deze steeds invloedrijker wordende stroming binnen de partij propageerde de oorlog in Irak, moet niets hebben van internationale beperkingen en heeft een "krijgshaftiger" buitenlands beleid voor ogen.

De aanval van Gingrich wordt ook uitgelegd als teken van steun aan minister van Defensie Donald Rumsfeld en vice-president Dick Cheney -met wie hij oude maatjes is- over de bijna dagelijkse geschillen die deze heren hebben met Powells departement. Waar Powell en z'n mensen zich veel meer richt op internationaal overleg en diplomatieke aanpak hebben deze "haviken" een veel minder genuanceerd beleid voor ogen. Overigens bestaat er binnen overige burelen van de "Bush-Administration" in het algemeen veel weerstand tegen de bemoeienissen van Rumsfeld, wiens regelmatige beleidsvoorschriften "Rummy-grams" worden genoemd.

De historie van de onenigheid tussen Powell en Rumsfeld gaat al terug tot aan de terreuraanval op Amerika op 11 september, ook al zeggen beiden in het openbaar dat ze prima met elkaar zouden kunnen samenwerken. Tot dusverre laveert president Bush ergens tussen de twee in.

Het in de Veiligheidsraad -als diplomatieke falen uitgelegde- mislukken van een tweede resolutie voor het verkrijgen van toestemming voor militaire interventie in Irak lijkt de positie van minister Powell binnen de Amerikaanse regering verder te hebben verzwakt. Daartegen heeft de snelle militaire campagne in Irak de Defensieminister Rumsfeld juist sterker gemaakt.

De neo-conservatieven achter Rumsfeld en Gingrich hopen daarom dat de op het Pentagon ontwikkelde ideeën over internationale politiek nog meer de overhand krijgen in het Witte Huis. Op dit moment is het zo dat het Pentagon en het ministerie van Buitenlandse Zaken over eigenlijk alle belangrijke onderwerpen verschillen van mening: de wederopbouw in Irak, de aanpak van Syrië en Noord-Korea en de totstandkoming van een Palestijnse staat.

Het Witte Huis heeft Powell in bescherming genomen tegen de aantijgingen van Gingrich. Powell reageerde "verbaasd dat meneer Gingrich de president aanviel". En daar zit ook het probleem voor de neo-conservatieven. De kritiek op Powell raakt president Bush ook hard, aangezien die tot op heden alle door Gingrich verguisde beleidsideeën van Powell heeft overgenomen.