MBO-student beheerst taal onvoldoende
De Haagse Mondriaan onderwijsgroep (Regionaal Onderwijs Centrum, ROC) heeft alarm geslagen over het feit dat éénderde van zijn MBO-leerlingen het Nederlands te gebrekkig beheerst om de lessen goed te kunnen volgen. Deze groep van circa zes- tot zevenduizend studenten, blijft daardoor steken op een te laag niveau. In veel gevallen leidt dit tot het verlaten van de opleiding, zonder diploma. Ook andere ROC's in de grote steden kennen deze problemen.
Het ROC wil voortaan tijdens alle lessen extra aandacht voor de Nederlandse taal. Alle scholen die behoren tot deze onderwijsgroep tellen zo'n 20 duizend mbo-leerlingen van 16 tot 22 jaar. "Voor zes á zevenduizend van deze studenten is de Nederlandse taal een struikelblok", zo zegt Jos Leenhouts, de voorzitter van het college van bestuur.
Het blijkt overigens niet alleen om allochtone leerlingen te gaan die thuis geen Nederlands spreken. "Ook autochtone leerlingen, bij wie thuis geen boeken of kranten worden gelezen hebben soms een grote kloof tussen de taal die thuis en op school gebruikt wordt", aldus Leenhouts.
Het probleem blijkt overigens landelijk bekend te zijn. In navolging van de Haagse ROC komt ook het ROC Utrecht binnenkort met een eigen taalbeleid. Het slecht ingevoerd zijn in de Nederlandse taal wordt tegenwoordig gezien als de belangrijkste oorzaak voor het grote aantal drop-outs in het mbo. Bijna 40 procent van de mbo'ers verlaat uiteindelijk de school zonder een diploma. De ROC's bieden MBO-opleidingen aan op vier niveaus. Taalzwakke leerlingen blijven dan op het laagste niveau steken, terwijl ze vaak wel de intelligentie hebben om hogere niveau's aan te kunnen.
