Prominente LPF'ers 'graaiden' uit partijkas
De partijkas van de LPF blijkt voor een paar vooraanstaande partijleden een belangrijke bron van inkomsten te zijn geweest. Voor maar liefst 820.000 euro aan rekeningen werd in zes maanden betaald aan een aantal kopstukken zonder dat daar vragen over werden gesteld.
Het schijnt dat butler Herman bijvoorbeeld soms wel vier keer in de maand een envelop die was gevuld met vijfduizend euro in contanten kwam ophalen bij het partijbureau voor Pim Fortuyn. Die bedragen dienden als compensatie voor de weggevallen inkomsten van Fortuyn, die immers nog niks verdiende omdat hij officieel nog niet in de politiek zat, en werden weggemoffeld in de boeken. Ook hotelkamers voor medewerkers in het Haagse tophotel Des Indes, huurlimousines en dure maaltijden werden allemaal betaald uit de partijkas. In een zes maanden tijd kwam in die kas voor zeker 450.000 euro aan vrije giften binnen, maar dat geld ging er nog veel harder weer uit. In totaal werd er voor 820.000 euro verteerd.
John Dost en Peter Langendam werkten aanvankelijk voor niks, maar besloten later zichzelf met zo'n 6000 euro per maand, met terugwerkende kracht te belonen. "Als je niets declareert, is je werk waardeloos", aldus Langendam in een notitie aan Dost. Ook Harry Wijnschenk declareerde, in de twee maanden dat hij de fractie leidde, voor maar liefst 17.000 euro aan kosten. Verder kwam ook het salaris van advocaat Spong, dat 400 euro per uur bedroeg, direct vanuit de partijkas.
De meeste schulden van de partij zijn afgelost door partijvoorzitter Ed Maas. "Ik weet niet hoeveel ik erin heb gestopt. Ik heb zoveel girorekeningen."
