160 duizend sportblessures per jaar

Uit nog niet gepubliceerde cijfers van de Stichting Consument en Veiligheid blijkt dat in de periode 1998-2000, maar liefst 160.000 Nederlanders per jaar langs de spoedeisende hulp moesten vanwege een sportongeval. Bijna 70 procent van de blessuregevallen zijn mannen, en van alle 160.000 slachtoffers zijn er 55.000 tussen de 10 en de 20 jaar. Jaarlijks moeten ongeveer 51.000 amateur-voetballers zich in het ziekenhuis laten behandelen.

De eerste hulpposten draaien vooral overuren voor het behandelen van beenblessures. Maar polsen, handen en vingers blijven ook niet gespaard. Jaarlijks breken 9.000 sporters hun pols. Elk jaar moeten meer dan 17.000 sporters op de spoedeisende hulp worden behandeld aan hun hoofd. De behandeling van sportblessures kost jaarlijks zo'n 115 miljoen euro.