Asielzoekers moeten woning verlaten
Twee Noord-Irakese mogen door de gemeente Lopik hun huis uitgezet worden. Dit is bepaald door een rechter in een kort geding, dat door de gemeente was aangespannen. De asielzoekers zijn voorwaardelijk ondergebracht in een gemeentewoning.
In 1999 kregen de asielzoekers te horen dat zij niet in Nederland mogen blijven. In 2001 is in beroep tegen dat besluit ongegrond verklaard, wardoor de uitspraak definitief werd.
Gemeente Lopik heeft aan de asielzoeker zowel schriftelijk als mondeling laten weten dat zij de woning moeten verlaten. Zij maakten daar bezwaar tegen met het argument dat uitzetting hen een onevenredig nadeel zou opleveren, in elk geval veel meer dan het voordeel dat de gemeente zou hebben van de leegstaande woning. In juridisch jargon heet dat 'klemmende redenen van humanitaire aard'.
De rechter heeft dat argument afgelopen week van tafel geveegd, omdat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt het pand opnieuw te verhuren aan tijdelijke asielzoekers.
De asielzoekers moeten de woning binnen vier weken verlaten. Zo niet, dan mag de gemeente ze eruit zetten, desnoods onder dwang.
