Zes kinderen in Roermond begraven
Voorafgaand aan de begrafenis was er een uitvaartdienst in de Roermondse Heilige Hartkerk, waarbij ook de moeder, Francien Schouwenaar in een rolstoel voor het altaar, en het enig overlevende zusje Cheyenna aanwezig waren. Naast de familie van de moeder waren er ook familieleden van de vader van de kinderen. Buiten de kerk stonden honderden volwassenen en kinderen. Veel mensen en kinderen huilden, een enkeling viel flauw tijdens de bijna twee uur durende dienst.
De vader van de familie, Peter G., zit vast en mocht niet bij de dienst aanwezig zijn. Hij bekende enkele dagen na de brand dat hij deze had aangestoken. Pastoor J. Kreuwels stond stil bij hem: ,,Is Peter niet ook een slachtoffer, waar we medelijden mee moeten hebben'', hield Kreuwels de kerkgangers voor.
Tijdens de dienst vertelde Kreuwels ook de lezing van de moeder over het gebeuren. Ze had na het uitbreken van de brand naar haar kinderen geroepen dat die zich in veiligheid moesten stellen. Het kind dat bij haar op de eerste verdieping sliep, had ze niet naar buiten gegooid uit vrees dat het dood zou vallen. Dat kind overleed later als gevolg van de vuurzee waarin het achterbleef. Moeder Francien sprong uit het raam en verbrijzelde daarbij volgens de pastoor haar onderste ruggenwervels en haar linkervoet.
