LBR: Hoofddoekjes moeten mogen

Het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) vindt dat de Inspectie voor Onderwijs streng moet controleren of scholen meisjes met een hoofddoekje weigeren. Klagende ouders krijgen volgens het LBR vaak te horen dat het verbod op het dragen van een hoofddoekje in het schoolregelement staat.

Het LBR is echter van mening dat er geen juridische gronden zijn om hoofddoekjes in de klas te verbieden. Openbare scholen zouden daarom hoofddoekjes altijd toe moeten staan. Alleen religieuze scholen, die kinderen van een andere religie willen weigeren, mogen dat.

Al eerder vorige maand stelde het LBR dat moslim meisjes met een hoofddoekje in ons land zich in een onfortuinlijke positie bevinden, omdat ze door grote delen van de samenleving niet geaccepteerd worden als volwaardige burgers. Zij zien zich geconfronteerd met vooroordelen en discriminatie die hun integratie en emancipatie binnen de Nederlandse samenleving ernstig in de weg staan, aldus het LBR. Maatschappelijke organisaties en de overheid nemen volgens het LBR echter geen actieve houding aan tegen deze vorm van discriminatie en laten hen in de kou staan. Het LBR pleit dan ook voor vergaande maatregelen, met name van de overheid.