Slikkers brengen slechts fractie cocaïne binnen
Uit een uitzending van Nova van afgelopen avond blijkt dat Curaçao zelfs economisch grotendeels afhankelijk is van de drugssmokkel. Ondanks dat Curaçao deel uitmaakt van het Nederlandse Koninkrijk leeft meer dan de helft van de bevolking daar op of onder de armoedegrens. En raakt zo makkelijker in de greep van de drugshandel, met alle criminele activiteiten van dien.
Curaçao is het grootste eiland van de Nederlandse Antillen, het middelste van de Benedenwindse Eilanden. Het heeft een oppervlakte van 472 km2, met 152.000 inwoners. Het ligt op 60 kilometer van het Zuid-Amerikaanse vasteland in het zuidelijke deel van de Caribische Zee. Daardoor is het makkelijk bereikbaar voor drugssmokkelaars uit Zuid-Amerika.
Volgens Norman-Servas, de belangrijkste misdaadjournalist van het eiland, is zeker 50% van de bevolking betrokken bij de drugshandel. Er zijn wijken op Curaçao waar de politie niet in durft te gaan omdat ze beschoten worden. Men dult daar geen pottenkijkers bij de handel. Norman-Servas zegt dat wanneer de drugshandel lamgelegd zou worden, er heel wat bedrijven in de problemen zouden komen.
Misdaadjournalist Norman-Servas is er van overtuigd dat op iedere vlucht zeker 20 bolletjesslikkers zitten, slechts een fractie daarvan wordt aangehouden op Schiphol. En dat relatief kleine aantal verstopt nu al de Nederlandse gevangenissen. De meeste ''slikkers'' hebben tussen de 300 en 500 gram cocaïne in hun buik. Vrouwen willen het ook wel verstoppen in hun geslachtsdeel. De verdiensten voor de slikkers ligt tussen de 4000 en 10.000 gulden per vlucht. Het meeste verdient wordt er door de opdrachtgevers. Eén kilo zuivere coke kost op Curaçao zo'n 6000 gulden (2700 euro), in Nederland brengt dat tot 100.000 gulden (45.000 euro) op.
