Ophef rond Belgisch rapport jeugdcriminelen

In België is opschudding ontstaan over een wetenschappelijk onderzoek rond de criminaliteit van migrantenjongeren. Het onderzoek werd verricht door Marion Van San, een Vlaamse sociologe die werkt aan de Erasmusuniversiteit van Rotterdam. Uit haar onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat Oost-Europese jongeren het hoogst scoren in het percentage van jongerencriminaliteit. Marokkaanse jongeren scoren drie keer hoger dan Belgen, maar Marokkaanse meisjes daarentegen komen weer veel minder in de statistieken voor dan Belgische meisjes. Turkse jongens zijn niet of nauwelijks crimineler dan autochtone leeftijdsgenoten.

De Europese afdeling van de Arabische Liga in Brussel is woedend over het onderzoek dat in opdracht van de Belgische minister van justitie, Marc Verwilghen, werd uitgevoerd en eist het ontslag van Verwilghen. Volgens de Liga worden met de studie de vooroordelen nog maar eens bevestigd. "Men probeert al jaren in Vlaanderen een onderdrukte en uitgesloten minderheid als bron van alle kwaad te beschouwen. Het is immers gemakkelijker Marokkaanse jongeren op te pakken dan hen gelijke kansen te bieden" zei de voorzitter van de Liga. Hij noemde België 'het meest racistische en xenofobe land van Europa'.

De Belgische politiek reageerde verdeeld op het onderzoek. Vooral de Vlaamse partijen zijn er voorstander van dat Van San haar werk voortzet en dat 'het taboe is doorbroken'. Tegenstanders, vooral de Waalse partijen, wijzen erop dat de conclusies betwistbaar zijn omdat het onderzoek niet af en er onvoldoende is onderzocht of de sociale en economische achtergrond een rol spelen. De adviseur-generaal van het ministerie van Justitie had ook kritiek: ,,De waarde van dit soort onderzoek is miniem, bovendien is politiek misbruik van dergelijke gegevens nooit ver weg''.

Van San vindt zelf dat haar onderzoek wel deugt, ze ging op bezoek in de migrantenwijk zelf, en stootte vooral op een soort hiërarchie tussen de verschillende etnische groepen. Belgen houden migranten op afstand, migrantengroepen onderling houden afstand van elkaar. Alle groepen zijn bang hun ,,hogere'' sociale status te verliezen door onderlinge omgang. Daardoor ontstaat de neiging om de bestaande jongerencriminaliteit op te blazen.

Van San is bereid om haar onderzoek voort te zetten, maar dan liefst zonder de tegenwerking die ze tot nu toe ondervond.

Gerelateerde artikelen uit: Het Belgisch Nieuwsblad en Brabants dagblad