Allochtonen lijken steeds meer op autochtonen
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onderzoek gedaan naar de vele vormen van samenleven die in Nederland voorkomen. Samenleven. Nieuwe feiten over relaties en gezinnen, zo heet het onderzoek.
Enkele opmerkelijke gegevens:
Allochtonen van de tweede generatie beginnen in veel zaken steeds meer op autochtonen lijken. Vorige week publiceerde het CBS al cijfers over het aantal kinderen dat allochtonen in Nederland krijgen. Dat is de afgelopen jaren in rap tempo afgenomen. Bovendien trouwen Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse vrouwen overwegend autochtone mannen -om die reden vaak ook op 'latere' leeftijd.
Turkse en Marokkaanse vrouwen kiezen vaker voor een partner uit het land van herkomst. Ook trouwen zij veel jonger. Huwelijken tussen allochtonen -behalve die tussen Turken- blijken meer dan gemiddeld kwetsbaar. Vooral zogeheten gemengde huwelijken lopen vaak uit op een echtscheiding.
Maar ook autochtonen blijven in dat opzicht niet buiten schot. Van een kwart van de Nederlandse vrouwen van rond de vijftig is ooit een langdurige relatie beëindigd. Juist voor vrouwen heeft dit nog altijd verstrekkende gevolgen, concludeert het CBS. Zo krijgen zij na een echtscheiding meestal wél de kinderen, maar niet het huis toegewezen. In 1999 mocht slechts één op de vijf vrouwen in het echtelijk huis blijven wonen. Doorgaans worden ze bovendien geconfronteerd met een forse inkomensdaling.
Het aantal huwelijken dat wordt ontbonden schommelt al twee decennia rond één op de vier. Dat wil zeggen: één op de vier huwelijken die nu wordt gesloten, wordt later weer ontbonden. Overigens geeft eenderde van de kinderen aan dat het huwelijk van hun ouders niet goed is.
Ook naar kinderen deed het CBS uitgebreid onderzoek. Het twee-kindgezin is, ondanks een lichte stijging van kinderloosheid, nog altijd het populairst. Een gezin met drie of meer kinderen komt vooral in orthodox-protestantse kringen en bij allochtonen voor. Weinig ouders hebben de voorkeur voor één kind. Vaak blijft het bij één kind door uitstel van de eerste zwangerschap of relatiebeëindiging.
Tenslotte blijkt uit het onderzoek dat mensen nog altijd liever samen zijn dan alleen. Na een relatie-ontbinding woont tweederde van de twintigers binnen vier jaar met een nieuwe partner samen. Ook na een scheiding heeft de meerderheid binnen enkele jaren weer een partner.
Bron: Samenleven. Nieuwe feiten over relaties en gezinnen (PDF bestandje van 53 kB)(van CBS/ NGR)
