OPEC zet beperking olieproductie op agenda

De OPEC neemt op zijn ministersvergadering in Wenen, komende maand een voorstel in behandeling over de beperking van de olieproductie met een miljoen vaten per dag. Dat heeft het toonaangevende tijdschrift Middle East Economic Survey (MEES) zaterdag gemeld.

De organisatie van olie-exporterende landen overweegt al geruime tijd om de productie met die hoeveelheid in te krimpen. Daarmee hoopt het kartel de prijs per vat terug te brengen op een voor de OPEC-leden aanvaardbaar niveau.

De aangesloten landen streven naar een prijs die schommelt tussen de 22 en 28 dollar per vat van 159 liter. Sinds de terroristische aanslagen in de VS en de daaruit voortkomende vrees voor een economische recessie heeft de prijs van ruwe olie met ongeveer 20 procent doen dalen. Brent-olie uit de Noordzee noteerde vrijdag op de termijnmarkt in Londen rond 21,25 dollar.

De belangrijkste vraag is evenwel of de grote olieproducerende landen buiten de OPEC bereid zijn hun productie eveneens te verlagen, aldus de nieuwsbrief. De OPEC is de laatste maanden actief op zoek gegaan naar nauwere banden met niet-lidstaten, waaronder Mexico, Noorwegen, Kazachstan en Rusland. De olieministers van de OPEC komen 14 november bijeen.

Maandag komen op het hoofdkantoor van de OPEC de leden bij elkaar om nader te overleggen over de hoeveelheden die elk land afzonderlijk minder mag oppompen. Zaterdag toonde Oman, dat niet bij de organisatie is aangesloten, zich bereid de productie omlaag te schroeven. De olieminister van het sultanaat, Mohammed bin Hamed al-Rumhy, ontmoette zijn ambtgenoten van de Saoedi-Arabië en van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE).

Obaid bin Saif al-Nasseri, de olieminister van de VAE, verklaarde na afloop van het overleg dat binnen de OPEC in principe overeenstemming bestaat over de aanpassingen van de productieplafonds. Hij gaf echter geen concrete cijfers aan. Saoedi-Arabië, 's werelds grootste exporteur van olie, bevestigde dat de doelstelling voor de OPEC een prijs van 25 dollar per vat ligt, ondanks de minder florissante economische vooruitzichten.