Virus in Afghanistan en Pakistan
In het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan is het dodelijke CCHF-virus, dat de Krim-Congo koorts veroorzaakt, opgedoken. Mensen die getroffen worden door de Krim-Congo koorts krijgen zware bloedingen uit lichaamsholten vergelijkbaar met de symptomen van het gevreesde Ebola-virus.
Volgens lokale medici in de Pakistaanse stad Quetta gaat het om de grootste uitbraak van Krim-Congo koorts tot nu toe. Minstens 75 mensen hebben de ziekte. Acht van hen zijn al aan de gevolgen ervan overleden. In een ziekenhuis in de stad is een speciale, afgeschermde afdeling opgezet om patiënten in quarantaine te kunnen behandelen.
De bron van de ziekte ligt in vee als schapen, runderen en andere zoogdieren. Teken kunnen het virus op mensen overdragen. Artsen in het gebied vrezen dat als Afghanen massaal met hun dieren de grens oversteken de ziekte epidemische vormen kan aannemen. CCHF is, indien tijdig ontdekt, te bestrijden door patiënten voldoende lichaamsstoffen als bloedplasma en witte bloedcellen toe te dienen. Het eigen immuunsysteem vernietigd dan de boosdoener.
De eerste bekende gevallen van de ziekte werden in 1944 aangetroffen bij Russische soldaten op de Krim. Vijftien jaar later werden mensen rond het Congolese Kisangani getroffen. Pas in 1969 lukte het wetenschappers een viruscel te isoleren die verantwoordelijk was voor de beide uitbraken.
