Deskundige verwerpt vuurwerkrapport

J. Lelieveld, deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft tijdens het getuigenverhoor over de vuurwerkramp in Enschede conclusies van zijn collega's in twijfel getrokken.

In een NFI-rapport over de oorzaak van de brand concludeert een collega-onderzoeker dat het niet waarschijnlijk is dat de ontploffingen zijn ontstaan door brandstichting. Omdat de verwoesting op het terrein zo groot was, is het volgens Lelieveld mogelijk dat alle sporen van brandstichting zijn uitgewist. "Mijn conclusie zou zijn geweest dat brandstichting niet aan te tonen is."

Lelieveld houdt zich voor het NFI bezig met onderzoek naar technisch oorzaken van branden. Na de vuurwerkramp op 13 mei vorig jaar in Enschede is hij twee keer ter plaatse geweest. Door de enorme verwoesting was het volgens hem niet mogelijk een of meerdere brandhaarden te vinden. "Hoe erger de verwoesting hoe minder sporen." Zelf heeft hij niets kunnen vinden dat duidde op brandstichting.

Advocaat J. Plasman van directeur R. Bakker vindt de getuigenis van Lelieveld essentieel. "De hele reconstructie van de vuurwerkramp is gebaseerd op aannames en hypotheses die worden gepresenteerd als feiten." Hij noemde het rapport-Oosting waarin de oorzaak en toedracht van de ramp zijn onderzocht, donderdag opnieuw broddelwerk. "Ik verwacht gedurende de getuigenverhoren het hele rapport te kunnen ontrafelen."

De openbare getuigenverhoren gaan vrijdag verder.